De baroreflex

< Vorige pagina          Volgende pagina >

Wanneer we gaan staan, zakt een deel van ons bloed door de zwaartekracht naar beneden. Bij gezonde mensen corrigeert het autonoom zenuwstelsel dit in een paar seconden door middel van de baroreflex. Maar heb je posturaal orthostatisch tachycardie syndroom (POTS) of orthostatische hypotensie (OH), dan werkt die baroreflex niet voldoende.

Zakkend bloed

Wanneer we gaan staan, zakt ongeveer een halve liter bloed door de zwaartekracht van de hoofd- en borstruimte naar de buik en benen. De grote toevloed van bloed naar de buik en benen zorgt voor snelle een daling van de bloeddruk ter hoogte van het hart. Omdat er niet genoeg bloed naar het hart stroomt, wordt het voor het hart moeilijker om het bloed verder omhoog naar de hersenen te pompen.

De baroreflex

In gezonde mensen treedt er daarom al snel een complex samenspel van allerlei mechanismen in actie die dat effect van de zwaartekracht tegengaan. Die reactie heet ook wel de baroreflex en bestaat onder andere uit de volgende veranderingen:

  • Het lichaam maakt meer adrenaline en noradrenaline aan.
  • Het hart versnelt en slaat krachtiger, waardoor meer bloed naar boven wordt gepompt.
  • De aderen in de benen vernauwen, zodat het bloed naar boven geperst wordt.
  • Bij langdurig staan krijgen de nieren het signaal om meer vocht in de bloedbaan te houden, waardoor de totale hoeveelheid bloed stijgt, en dus ook meer bloed het hart en hoofd zal bereiken.

Bij gezonde personen gaat dit proces vanzelf en heel snel. Je merkt er niets van. Bij patiënten met orthostatische intolerantie, daarentegen, is de baroreflex verstoord. Hierdoor heeft een POTS- of OH-patiënt bij een verticale positie moeite met het op peil houden van de hoeveelheid bloed die naar het hoofd gaat, wat kan zorgen voor duizeligheid, een flauwvalgevoel en een ‘wattenhoofd’.

Verschil tussen POTS en OH

Zowel bij POTS als bij OH is er een probleem met de baroreflex. Kort door de bocht kun je zeggen dat het lichaam bij OH het al snel niet meer aan kan en het opgeeft, terwijl het bij POTS de boel nog enigszins kan compenseren.

Bij OH is de baroreflex dusdanig verstoord, dat het de door de zwaartekracht veroorzaakte bloeddrukdaling niet ongedaan kan maken. Wanneer de bloeddruk te laag zakt, verliest de patiënt het bewustzijn en valt dus flauw.

Bij POTS echter compenseert één onderdeel van de baroreflex voor de andere onderdelen. De aderen in benen in buik trekken onvoldoende samen, de bloedvoorraad is te laag, of allebei. Hierdoor is er te weinig aanvoer van bloed naar het hart, waardoor het hart het bloed weer onvoldoende omhoog kan pompen naar het hoofd. Bij POTS compenseert het lichaam hiervoor door de aanmaak van extra veel noradrenaline en laat het het hart nóg sneller slaan. De bloeddruk wordt door die versnelde hartslag op peil gehouden. Vaak voorkomt dit compensatiemechanisme dat een POTS-patiënt flauwvalt, maar slaagt het hart er toch niet in voldoende zuurstofrijk bloed naar de hersenen en sommige organen te pompen. Hierdoor zullen deze in rechtopstaande positie minder goed functioneren.

Uitzondering

Er is een kleine groep POTS-patiënten die géén verstoorde baroreflex heeft. Hun hartslag stijgt wel bij het staan, maar dat heeft niets te maken met een gebrek aan bloedstroom naar het hart. Bij hen is het probleem eerder dat hun lichaam constant teveel (nor)adrenaline aanmaakt, het stofje dat o.a. zorgt voor een versnelde hartslag. Deze vorm van POTS is echter zeldzaam.

Bronnen: Jones et al. 2016Dysautonomia International

< Vorige pagina          Volgende pagina >