Gastblog: Paulien over POTS en beweging

Posturaal orthostatisch tachycardie syndroom (POTS) en beweging. Soms gaat het goed samen, soms juist niet. Dat het één invloed heeft op het ander is wel duidelijk. Soms een positieve invloed, soms een negatieve invloed. In deze gastblog vertelt Paulien over haar ervaringen van bewegen met POTS. Daarvoor is het trouwens wel belangrijk om te weten dat beweging (op de goede manier) bij haar bevorderlijk werkt, maar dat dit niet voor alle POTSies geldt. Goed, het woord is aan Paulien!

Grenzen bepalen

Bewegen en POTS is een proces van trial & error, waarin grenzen het sleutelwoord is. Zowel ondergrenzen als bovengrenzen zijn van groot belang. Wanneer ik vaak onder mijn ondergrens blijf, ga ik achteruit. Maar wanneer ik over m’n bovengrens heen ga, dan raakt mijn lichaam van slag. Ik raak dan in een negatieve spiraal, waarbij ik niet goed meer kan slapen en mijn herstelvermogen voorbij gegaan ben.

Om m’n grenzen te bewaken, moet ik wel weten waar ze liggen. Die liggen niet telkens op dezelfde plek. Het is dus van belang dat ik mijn grenzen herken door te luisteren naar mijn lichaam. Ik weet bijvoorbeeld dat ik over m’n grens ga wanneer ik licht misselijk word na inspanning, maar ik kan ook misselijk worden wanneer ik juist te lang onder m’n grens ben gebleven. Bij lange tijd zitten geven duizelingvlagen aan dat het genoeg is geweest.

Om een eerlijke indruk te krijgen van wat mijn lichaam aan kan moet ik ook kunnen herkennen of er sprake is van een adrenaline piek. Ben ik bijvoorbeeld heel enthousiast, dan geeft m’n lichaam m’n bovengrens niet goed meer aan. Als ik twijfel of ik mijn bovengrens al heb bereikt (en er gelegenheid voor is), dan doe ik een korte nidra-yoga sessie. Dat is een soort meditatie, waardoor mijn adrenaline levels dalen en ik gefocust ben op de sensaties in mijn lichaam. Dan kan ik beter mijn energielevel peilen en mijn grenzen aanvoelen.

Wanneer het lukt de grenzen goed aan te voelen, dan kan ik bepalen wat mijn grenzen bij het sporten zijn. Bij iedere sport voel ik m’n grens op een ander moment, dus dit is een kwestie van aftasten. Zo word ik bij de yoga standaard misselijk tijdens nieuwe oefeningen. Bij aqua bootcamp voel ik pas hoe ik er voor sta wanneer ik het water weer uit kom. Ook bij wandelen komt de ‘klap’ pas achteraf, wanneer ik ga zitten en me ontspan. Bij de sportschool voel ik het zelfs pas de volgende dag. Dat is op zich niet erg, zolang ik het maar weet, dan kan ik er rekening mee houden.

Doelen stellen

Zolang ik mijn grenzen goed kan aanvoelen kan ik doelen opstellen. Voor mij is het belangrijk dat mijn beenspieren sterk worden (omdat die compenseren voor de blood pooling die optreedt bij POTS), dat ik mijn lichaam stimuleer om te ontspannen en dat ik mijn basisconditie opbouw. Bij deze doelen passen meerdere sporten. Na vele sporten uit te hebben geprobeerd, blijken yoga en wandelen mij het meest te brengen.

Basisuithoudingsvermogen

Door wandelen verbeter ik mijn basisuithoudingsvermogen, waardoor ik in het dagelijks leven meer kan doen (denk aan OV, boodschappen, huishouden etc.). Ik ben gestart met 2km wandelen in het bos met mijn vader, daarna was ik volledig gesloopt. We gingen regelmatig naar het bos en besloten na een tijd de wandeling wat uit te breiden. Ondertussen kan ik wekelijks 6km lopen, waarna ik wel moe ben, maar niet gesloopt. In mijn dagelijkse leven heeft dat me heel veel gebracht! Zo kan ik nu veel meer uren aan mijn studie werken, houd ik sociale activiteiten langer vol en lijk ik binnenkort weer stage te kunnen gaan lopen. Ik hoop over een half jaar 8km te kunnen wandelen.

Parasympatische zenuwstelsel

Bij de yoga werk ik voornamelijk aan het versterken van mijn beenspieren en het trainen van ontspanning, door activatie van het parasympathische zenuwstelsel. Door de POTS ervaar ik namelijk veel stress in mijn lichaam, wat veel energie kost, me onrustig maakt en problemen met slapen veroorzaakt. Door de yoga leer ik mijn lichaam tot rust te brengen. Na maanden tweemaal weeks yoga beoefening merkte ik dat ik de gehele week rustiger werd, meer energie kreeg en beter sliep!

Het is wel heel belangrijk voor mij dat de yoga langzaam wordt opgebouwd. Samen met mijn yoga instructrice Yoga Joon (zie ook ons interview met Yoga Joon, red.) ben ik op een heel laag niveau gestart met uitsluitend liggende oefeningen. In eerste instantie werd ik van iedere oefening licht misselijk. Toch hield ik vol en bleef ik dezelfde oefeningen rustig uitvoeren, net zolang tot de misselijkheid verdween. Yoga Joon verzwaarde soms een oefening of voegde er één aan toe. Inmiddels doen we ook wat zittende oefeningen en zijn de oefeningen een stuk zwaarder. Nog steeds word ik misselijk van nieuwe oefeningen en gaat die misselijkheid weg naarmate ik ze vaker beoefen. Ik weet ondertussen dat die misselijkheid een signaal is van mijn bovengrens, maar dat een lichte vorm van misselijkheid geen kwaad kan. Over een half jaar hoop ik driemaal weeks yoga te beoefenen!

Sporten met POTS heeft mij zoveel gebracht. De POTS is natuurlijk niet op magische wijze verdwenen, ik moet nog steeds op mijn grenzen letten en ik neem dan ook de slak als voorbeeld. Maar dankzij mijn doorzettingsvermogen voel ik me nu een stuk fitter, kan ik activiteiten langer aan, langer staan en het geeft me veel voldoening en plezier! Ik raad dan ook elke POTSie aan om te experimenteren met beweging en sport.

Wow, wat fijn om eens zo’n feel good verhaal te horen! Wij zijn benieuwd naar jouw ervaring met sporten en POTS. Deel je het hieronder?

Plaats een reactie