Parttime rolstoelgebruikers bestaan!

Twitteraars hebben het misschien al eens voorbij zien komen: de hashtag #ambulatorywheelchairusersexist, oftewel ‘parttime rolstoelgebruikers bestaan’. Afgelopen maanden was de hashtag regelmatig trending. En dat is maar goed ook. Want er is niets bijzonders aan wanneer een rolstoelgebruiker opstaat uit zijn of haar stoel, en het wordt tijd dat iedereen dat begrijpt.

rolstoel_crop
Mijn rolstoel. Mijn vrijheid!

Parttime rolstoelgebruikers zijn mensen die soms tot vaak een rolstoel gebruiken en ook (korte stukken) kunnen lopen. De meeste mensen die vanwege het Posturaal Orthostatisch Tachycardie Syndroom (POTS) een rolstoel gebruiken, vallen in deze categorie. Met de mogelijkheid om onze benen te bewegen is immers niks mis.

Is dat raar?

Je zou zeggen, niets vreemds aan. Er zijn 1001 redenen om een rolstoel te gebruiken. Maar de ervaring leert dat veel mensen het apart vinden. Ikzelf heb jarenlang rondgelopen met extreme pijn. Toen ik een keer tegenover mijn ouders uitsprak dat ik het fijn zou vinden een rolstoel te gebruiken, was hun reactie gelijk afkeurend: “Een rolstoel, dat is voor mensen die niet kunnen lopen, niet voor mensen die pijn hebben.” Ik geloofde dat, want dat was het oordeel van mijn gehele omgeving. Tot ik meer geïntegreerd raakte in de community van mensen met een chronische ziekte, en ik er achter kwam dat er niks raars aan is. Er bleken massa’s mensen te zijn die nog kunnen lopen én een rolstoel gebruiken. Bijvoorbeeld ter verlichting van hun symptomen, of om efficiënter te geraken waar ze moeten zijn.

Wat vindt de samenleving?

De samenleving reageert helaas niet zo heel goed op parttime rolstoelgebruikers. “Dan zal het met die beperking van jou wel meevallen!”, hoorde iemand die ik via Twitter volg bijvoorbeeld toen ze een keer opstond uit haar rolstoel. En: “Die stoel is niet van jou zeker!”, riep een meneer mij toe toen ik noodgedwongen een paar minuten achter mijn rolstoel liep, mijn schouders te pijnlijk om te kunnen rollen. “Jawel, meneer”, antwoordde ik schuchter en onzeker. “Nou, die heb je niet nodig, dat kan ik je vertellen!” antwoordde meneer, waarna hij me nog een klap gaf op mijn toch al zere schouder en doorliep. Mij in verwarring achterlatend. Want ik had pijn, ik was duizelig, maar die stoel zou ik volgens hem niet nodig hebben? Waarom dan? Omdat ik even loop?

Met de aansturing van mijn benen is niks mis, met mijn bindweefsel en zenuwstelsel wel. Maar de meeste mensen hebben al gelijk hun oordeel klaar. Loop je? Ziet dit er niet moeizaam uit? Dan heb je die rolstoel niet nodig, een rolstoel is voor mensen die niet kunnen lopen.

Aansteller

Helaas hebben deze vooroordelen hun weerslag. Te vaak voel ik me een aansteller als ik in mijn rolstoel ergens naartoe ga waar ik maar weinig hoef te lopen, bijvoorbeeld als ik veel pijn of andere klachten heb. Maar die pijn, die duizeligheid en die hartkloppingen zie je niet aan de buitenkant – pas als ik flauwval merken anderen dat er iets aan de hand is, en dan is het al te laat.

Opgesloten

Bovendien zijn er tig mensen die veel te lang doorlopen met hun klachten en zo goed als opgesloten komen te zitten in huis, alleen maar omdat zij denken dat een rolstoel in hun situatie overdreven zou zijn. En dat is zo zonde. Want alleen vanwege een vooroordeel dat nergens op is gebaseerd, verliezen zij het contact met de buitenwereld en raken ze geïsoleerd.

We bestaan

Met de hashtag #ambulatorywheelchairusers hebben honderden twitteraars laten zien dat we wel degelijk bestaan. Een rolstoel is een hulpmiddel, geen gevangenis. En hij zit niet vastgeplakt aan je kont. Hopelijk dringt dat besef steeds verder door en kijkt er op een dag niemand meer van op wanneer ik een stukje achter mijn eigen rolstoel loop. Samen staan we sterk als community en krijgen we dit vooroordeel klein!

 

Plaats een reactie